Waar haalden Bertolt Brecht en het Théâtre du Soleil veel van hun voorbeelden vandaan? Door welke niet-westerse voorbeelden laten Nederlandse theatermakers zoals Boukje Schweigmann en Ad de Bont zich inspireren? In dit rijk geïllustreerde boek worden zes kleurrijke theatervormen van buiten Europa in woord en beeld beschreven. De theatertradities die centraal staan: Karagöz-poppentheater uit Turkije, vertelkunst uit Afrika en Suriname, Topengtheater van Bali, Kathakali-dansdrama uit India, Pekingopera uit China en Kabukitheater uit Japan. De praktijkkennis over deze theatervormen wordt meestal overgeleverd van meester op leerling, van vader op zoon. Via korte interviews, citaten, anekdoten en informatieve teksten wordt de theaterpraktijk en de context daarvan tot leven gebracht. Door de vergelijking met Europees en in het bijzonder het Nederlands theater blijft het boek steeds verbonden met ‘thuis’. De tekst wordt ondersteund door een dvd met Nederlandse ondertiteling, waarop ruim twee uur aan beeldmateriaal is verzameld uit speelfilms, documentaires en theatervoorstellingen.