Storytelling met Impact

door EMILE SCHRA

Storytelling met impact

Toolkit voor vertellers

Boom I Management Impact 2020. 136 BLZ I ISBN 978 90 2443 4558

‘Iedereen kan een verhaaltje verzinnen’, antwoordde Mierlo.
‘Leugenaars en bedriegers en oplichters bijvoorbeeld.
Maar voor verhalen met ‘dat beetje extra’,
tja, daarvoor moeten ook de beste vertellers
een slok Verhalenwater nemen.
Verhalen vertellen vergt brandstof, net als een auto.
En als je geen Verhalenwater hebt,
dan droog je op.’

Salman Rushdie, auteur van onder meer Haroen en de zee van verhalen (1990)

Populariteit

Sla dit boek eens open op pagina 11 en bekijk het figuurtje. Wat roept die glooiende curve aan associaties op? Een overzicht van bedrijfsresultaten uit het afgelopen jaar? Een jaar dat mooi en positief begon, maar waarin vrijwel meteen sprake was van een dramatisch verlies om vervolgens weer uit het diepe dal op te krabbelen en opnieuw winst te genereren?

Had gekund. Maar dat is het niet. ‘Dit is de verhaalstructuur die je altijd en overal steeds opnieuw terugziet’, aldus de Amerikaanse schrijver Kurt Vonnegut (1922-2007). Volgens hem zijn we er gek op. Bovendien zit er geen copyright op. De horizontale as in de grafiek geeft het tijdsverloop in het verhaal weer: van Begin (B) naar Eind (E). De verticale as gaat van Ongeluk (O) naar Geluk (G). Het verhaal in een notendop: iemand raakt in de shit en komt er vervolgens, een ervaring rijker, weer uit. Het is volgens Vonnegut niet toevallig dat de gebogen lijn iets hoger eindigt dan dat hij begint. Dat is bemoedigend voor de luisteraars of lezers van het verhaal. verigens had Vonneguts uitleg net zo goed kunnen slaan op het verhaal van een bedrijf. Het verloop van veel verhalen en de ups en downs van ondernemingen; ze hebben erg veel met elkaar gemeen.

Verhalen zijn zo oud als de mensheid. In de tijd van jagers en verzamelaars werden al verhalen verteld. Gezeten rondom een vuur in de openlucht werd er mogelijk bij gezongen of er werd gedanst. Soms werden de verhalen uitgebeeld op rotsmuren: afbeeldingen van jagers die met een speer wilde paarden, vervaarlijke bizons of sabeltandtijgers te lijf gaan en soms zelf in deze jacht het loodje leggen. Bij Lascaux in de Franse Dordogne ontdekten een paar vrienden in 1940 door stom toeval een reeks van zulke grottekeningen. Ze zijn zo’n 15.000 jaar oud, kwamen al snel bekend te staan als ‘de Sixtijnse Kapel van de Paleolithische Kunst’ en staan sinds 1979 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Overigens was het in 2018 groot nieuws toen archeologen op het Indonesische Sulawesi en Borneo nog oudere grottekeningen vonden. Datering: 40.000 jaar oud. In alle gevallen laten de afbeeldingen verschillende fasen uit de jacht zien. In feite vormen ze onze allervroegste vorm van het stripverhaal.

Vandaag vertellen we nog steeds verhalen. Herinner je je nog dat je vader of moeder je naar bed bracht met een verhaal voor het slapengaan? Je lag je te verkneukelen onder de dekens: wat zou het dit keer worden? Meestal ging het over cowboys, indianen, kabouters, een keizer, de kerstman of een beer, en de spanning steeg steeds ten top. Je sliep daarna snel in en droomde verder. Maar niet alleen kinderen worden in verhalen ondergedompeld. Je vertelt ook thuis aan tafel bij je familie, tijdens werk of studie, je hebt met verhalen te maken in theater, film, muziek, schilderkunst, fotografie, streetart, in games, televisieseries, documentaires, en uiteraard in boekvorm, in de literatuur (van sprookjes tot moderne krimi’s). Al die verhalen geven structuur aan gebeurtenissen die anders los zand zouden blijven, zonder enige verdere (diepere) betekenis. En terwijl er wordt verteld, komt bij de luisteraar – als het goed is – steeds de vraag omhoog: ‘En wat gebeurde er daarna?’ Slagen de personages uit het verhaal erin hun doel te bereiken? Klimmen ze uit het dal omhoog? Eindigt de curve uiteindelijk in de plus?

Onderzoek naar hoe hersenen functioneren, heeft in de afgelopen decennia aangetoond dat een goed verhaal op een speciale manier het brein van de luisteraar activeert en hem vervolgens ‘meeneemt’ en enthousiast maakt. Schrijvers, dichters en theatermakers werken al een paar duizend jaar vanuit dit principe, net als straatzangers, minstrelen en sprookjesvertellers die mondeling hun verhalen overleverden.

Rond 1880 doet een nieuw verhalend fenomeen zijn intrede: de film. Het medium geeft een enorme creatieve impuls aan het vertellen van verhalen. In de tweede helft van de twintigste eeuw maakt storytelling – het vertellen van een verhaal, live en ‘op de vloer’ (uitgangspunt voor dit boek) of op andere wijze – opnieuw een opleving door. De impact die een goed verhaal kan hebben, trekt de aandacht van vrijwel iedereen die belang heeft bij het doelgericht beïnvloeden van anderen. Denk aan communicatiespecialisten, tekstschrijvers, reclamemakers, TEDX-sprekers of marketeers, maar ook aan bedrijfsmanagers afkomstig uit een omgeving met jaarcijfers, powerpoints, flip-overs en stijgende of dalende curven. Ook zij willen graag de corporate story kunnen verkopen die klanten of medewerkers enthousiast maakt en meeneemt in de gewenste richting van denken, voelen of handelen. Zij zullen vermoedelijk een glimlach niet kunnen onderdrukken als ze Kurt Vonneguts ludieke uitleg horen over de spannende verhalen die schuilgaan achter de saaie grafieken die hij met een krijtje op een schoolbord krabbelt (zie the Shapes of Stories op YouTube).

In zijn boek Vertellingen (On Stories) formuleert de Ierse hoogleraar filosofie Richard Kearney zijn visie op de waarde van verhalen als volgt: ‘Ieder menselijk bestaan is een leven op zoek naar een verhaal. Niet alleen omdat de mens ernaar streeft een patroon te ontdekken in de dagelijkse chaos en verwarring, maar ook omdat ieder mensenleven altijd al een impliciet verhaal vormt. Onze eindigheid maakt ons tot wezens die, om het zonder omhaal te zeggen, aan het begin geboren worden en aan het eind sterven.’ Dat is kort en krachtig gezegd. Het verhaal, de vertelling, is in ons leven alom aanwezig.

Verhaalwater
Een verhaal vertellen. Dat is toch het simpelste dat er is? Het antwoord op die vraag krijgt in dit boek een ‘ja, maar’-vorm. Iedereen vertelt dagelijks korte of langere verhalen. Maar een verhaal vertellen dat een groep toehoorders aan hun stoel kluistert, dat is niet iets wat de meesten ‘even doen’. Een goed verhaal alleen is niet genoeg. Iedere storyteller ‘op de vloer’ wil impact hebben. Maar hoe houd je een publiek geboeid? Volgens sommigen is het als bij de grote sterren in het theater of op het witte doek: zij hebben charisma, présence, aanwezigheid, uitstraling. En dat heb je of dat heb je niet. Ik ben ervan overtuigd dat dit geen wet is. De praktijk laat zien dat je wel degelijk kunt groeien in de kunst van het vertellen.

Haroen, de hoofdpersoon uit Salman Rushdies roman Haroen en de zee van verhalen, krijgt te horen dat zelfs de beste vertellers geregeld een slok Verhaalwater nodig hebben dat hun verhaal net dat ‘beetje extra’ geeft. Ik stel me voor dat dit Verhaalwater een longdrink is met een aantal basisingrediënten. Hoe je de mix van dit drankje het best kunt samenstellen, hangt af van het doel dat je als storyteller voor ogen hebt. Vertel je het verhaal als jezelf of stap je in een ‘rol’? Wil je je publiek van iets overtuigen of enkel informeren? Wil je je toehoorders misschien op een dieper niveau raken? Wil je gewoon je hart over iets luchten of is je ultieme doel om mensen te entertainen?

Vooral als je met een persoonlijk verhaal voor je publiek verschijnt en niet ‘een rol’ speelt, is het zaak dicht bij jezelf te blijven. Authenticiteit, natuurlijkheid en oprechtheid zorgen ervoor dat je je toehoorders gemakkelijker meeneemt. Niet zozeer een uit het hoofd geleerd verhaal brengt mensen op het puntje van hun stoel, maar een verteller die laat voelen dat hij het verhaal echt wil vertellen, móet vertellen, dat het belangrijk voor hem is. Daarbij kan hij even moeten zoeken naar de juiste woorden, een paar fouten maken, even stotteren of klungelen. Maar uiteindelijk wint zijn gedrevenheid, zijn noodzaak, zijn passie om te vertellen het van de strubbelingen onderweg. En wie gedreven en gepassioneerd vertelt, zijn eigen emoties daarbij laat zien, heeft grote kans dat die emoties ook bij de toehoorders worden opgeroepen.

Ik heb herhaaldelijk mensen die een persoonlijk, zakelijk of wetenschappelijk verhaal te vertellen hadden, aan hun story zien schaven en daarbij in korte tijd zien groeien. Er vond een metamorfose plaats: beschroomde, verlegen en in zichzelf gekeerde personen veranderden in enthousiaste, overtuigende en outgoing storytellers. Een paar principes hebben hen daarbij vaak geholpen. Dat zijn bijvoorbeeld:

  • Ik vertel mijn verhaal altijd aan een publiek. Dat wil zeggen dat ik oogcontact moet maken. Ik laat steeds zien dat ik de aanwezigen niet vergeten ben.
  • Ik gebruik beelden in mijn teksten. Met beelden kan ik de betrokkenheid van mijn toehoorders vergroten en bij ieder de spier van de verbeelding in gang (proberen te) zetten. Beelden prikkelen de aandacht.
  • Ik werk bij het vertellen van mijn verhaal met een lage ademhaling, vanuit de buik dus, niet vanuit mijn keel. Dat geeft mij en mijn stem meer stabiliteit. Ik let hierop vlak voordat ik met mijn verhaal begin en probeer die regel vervolgens vast te houden.
  • Wat ik ook vertel, ik bouw korte pauzes in mijn teksten in. Ik spreek nooit te snel, ga nooit in galop maar kies voor een gemiddelde draf: 130 woorden per minuut is een lekker tempo waarin ik mijn publiek kan meevoeren. Ter vergelijking: een rappe prater als Matthijs van Nieuwkerk haalt met zijn Nederlands met gemak 160 of 170 woorden per minuut. Als ‘gemiddelde’ spreker (130 woorden per minuut) gebruik je voor een monoloog van vijf minuten dus ongeveer 650 woorden. Maar pauzes moet je dan nog inbouwen!

Natuurlijk, het is handig als je over enige basistechniek beschikt, als je weet waar je het best zichtbaar voor je gehoor kunt gaan staan, als je je handen en je stem op een juiste manier kunt gebruiken. En het is prachtig als je door ervaring een dosis losheid in je optreden kunt aanbrengen, ontstaan vanuit het geloof in jezelf, je fantasie en je improvisatievermogen. Maar uiteindelijk zijn het al deze en voorgaande elementen samen, op de juiste wijze gemengd tot die longdrink van Verhalenwater, die ertoe kunnen leiden dat je publiek het na afloop heeft over ‘het charisma van de verteller’.

Dit boek gebruiken
Dit boek bevat een gevarieerde verzameling opdrachten en oefeningen die je helpen bij het vertellen van verhalen voor een live publiek, op ‘de vloer’ dus. Je vindt tools die jouw verhaal meer impact geven en je als verteller energieker en effectiever maken. De opdrachten zijn bedoeld voor ieder die een verhaal kwijt wil aan een groep toehoorders, maar ook voor degenen die hen daarbij begeleiden. Deze doelgroep is breed en loopt uiteen van studenten, docenten, professionele verhalenvertellers en theatermakers, tot aan coaches, trainers, regisseurs, werkenden in de zorg, managers en medewerkers in het bedrijfsleven. Met name bij de laatste groep is het vertellen van een goed bedrijfsverhaal, maar ook het goed vertellen van je bedrijfsverhaal, steeds belangrijker geworden. Gebleken is dat Storytelling met Impact ook uitstekend kan worden ingezet in het kader van teambuilding. De opdrachten versterken de groepsband, stimuleren de groei van het onderling vertrouwen en zorgen ervoor dat ieder meer individuele slagkracht krijgt.

De inhoud van Storytelling met Impact is bedoeld voor gebruik op de vloer, in trainingen, workshops, teambuildingssessies of bij het voorbereiden van presentaties of spreekbeurten. De opdrachten kunnen worden uitgevoerd onder de bezielende leiding van een coach/regisseur/trainer of simpelweg met iemand die kijkt, luistert en feedback aan de vertellers geeft. Daarnaast is dit boek uitermate geschikt om losse ideeën uit op te doen. Kortom: er kan uit geput worden door iedereen die iets met verhalen, verhalen creëren of verhalen vertellen te maken heeft.

Groepsgrootte en categorieën
Dit boek werkt het best bij gebruik in groepsverband. Dit kan variëren van individuele opdrachten tot aan werken in duo’s, in kleinere groepen of, als proef op de som, frontaal en in je dooie eentje voor een publiek. Want dat is uiteindelijk het einddoel van deze toolkit voor storytellers: je helpen met meer plezier, gemak en impact je verhaal te doen voor een live audience van luisteraars en toeschouwers. Bij elke spelvorm is aangegeven in wat voor situatie de opdracht het best kan worden toegepast:

  • In deze situatie richt je je bij de opdracht volledig op jezelf. Er wordt gewerkt binnen groepsverband, maar ieder is bezig met zichzelf.
  • Hier werk je met een partner aan de opdracht. Je helpt elkaar bij het geven van feedback en wisselt indien nodig van rol.
  • In dit geval heb je te maken met aspecten van story-telling die in groepsverband samen worden getraind of onderzocht. In de meeste gevallen staat of zit de groep in een cirkel of beweegt kriskras door elkaar door de ruimte.
  • Hier sta je als verteller of als groep vertellers frontaal voor je publiek.

Om het gebruik van Storytelling met Impact te vergemakkelijken, is een indeling gemaakt in tien categorieën opdrachten. Die indeling helpt je als gebruiker met het snel wegwijs worden bij het werken aan één van onderstaande aandachtspunten. In elke categorie ligt het accent steeds op één specifiek aspect, soms op meerdere. De categorieën, die zijn voorzien van een korte inleiding, staan in een volgorde die geleidelijk toewerkt naar het vertellen van een verhaal op de vloer, alleen of met een of meer andere vertellers.

Energizers
De energizers in dit boek zijn warming-ups die een groep meer los en alert maken, obstakels helpen verminderen die bij de een méér, bij de ander minder, in de weg zitten. Bovendien bevorderen gezamenlijke energizers het groepsgevoel. Dat groepsgevoel is van belang voor de groei van ieder individueel lid in de groep, wat weer een positief effect heeft op het zelfvertrouwen (zie categorie Vertrouwen). Zelfvertrouwen is waar door de wol geverfde vertellers over beschikken.

Terreinverkenning
In de categorie Terreinverkenning zijn opdrachten bijeengebracht waarmee je op een elementaire en losse manier het principe van verhalen vertellen verkent, voornamelijk via kringspelen.

Stem
De meer technische onderdelen van storytelling hebben te maken met stem en lichaam. In de categorie Stem zijn opdrachten opgenomen waarmee je het effectief gebruik van je stem onderzoekt, het overbruggen van afstand, spreektempo, ritme, toonhoogte, articulatie.

Lichaam
Ook het lichaam komt aan bod en je gaat na hoe je je body language kunt versterken, hoe je meer aanwezig wordt door middel van je lichaamshouding, wat de rol van gezichtsexpressie is.

Focus
Daarnaast vind je in dit boek oefeningen die gericht zijn op het versterken van focus, aandacht en concentratie, vaardigheden die van grote invloed zijn op je impact als storyteller.

Vertrouwen
Bij verschillende opdrachten staat het ontwikkelen van vertrouwen in elkaar en de groep centraal. Doel daarvan is uiteindelijk om je zelfvertrouwen te laten groeien, hetgeen op zijn beurt je totale presentatie en overtuiging als storyteller op de vloer zal versterken.

Fantasie
Ook wordt een beroep gedaan op het inzetten van fantasie en het activeren van het out-of-the-box-denken. Je zit op de vloer of op een stoel en leert met behulp van de beelden en invallen in je hoofd een verhaal te creëren.

Improvisatie
Een stap verder ga je door ‘op de vloer’ je talent in improvisatie en samenspel te ontwikkelen. Je wordt uitgedaagd om niet te veel in het strakke keurslijf van alledaagse gewoonten te blijven hangen, maar losser te worden en gemakkelijker risico’s te nemen. Tegelijk gaat het erom het plezier van samenwerken te ontdekken!

Personage
Je kunt bij storytelling gewoon ‘als jezelf’ te werk gaan of kiezen voor een bepaald personage. In dat laatste geval stap je in een rol en vertel je van daaruit je verhaal. Uiteraard kunnen die twee opties elkaar ook afwisselen.

Structuur
In de categorie Verhaalstructuur vind je een paar elementaire verteltechnische tools waarmee je een verhaal kunt opbouwen en hoe je eventuele personages daarin kunt vormgeven.

Storytelling met Impact is mede ontstaan naar aanleiding van vele inspirerende uren met studenten afkomstig uit de sectoren communicatie, creative industry, theater en social work. Maar niet alleen mijn eigen ervaringen met hen zijn in dit boek verwerkt, ook invloeden van buitenaf zijn opgenomen, afkomstig van collega-trainers en theatermakers. In 1982, tijdens mijn studie aan de Rijksuniversiteit Utrecht, begon ik met het begeleiden van groepen bij het vergroten van hun expressie ‘in woord en gebaar’ in aanloop naar theaterproducties. Ruim tien jaar geleden raakte ik betrokken bij het vak storytelling. Ik realiseerde me al snel dat spel en storytelling, spelen en vertellen, in elkaars verlengde liggen en vaak ongemerkt in elkaar overgaan. Hoewel dit boek in eerste instantie is gericht op ‘vertellers’, zal het daarom ook een hulpbron voor ‘spelers’ zijn.

Dank aan allen voor de inspiratie en voeding!

© Emile Schra 2020/2025

Boom I Management Impact 2020 I ISBN 978 90 2443 4558
error: