Logboek Griekenland

door EMILE SCHRA

Logboek Griekenland

Interne publicatie HKU/Kleine Academie Brussel 1997

In de zomer van 1996 vond in Griekenland een uniek theaterexperiment plaats gericht op een eigentijdse aanpak van de Griekse tragedie. De Europese Culturele Commissie stak één ton in het project. Daarmee konden Belgische, Nederlandse en Griekse acteurs aan een multilinguale Oresteia werken en tegelijk een paar essentiële vragen onderzoeken. Wat moet een acteur in huis hebben om in een Grieks openluchttheater te overleven? Een groep van vijftig personen, bestaande uit docenten en regisseurs, studenten, musici en een dramaturg (ik), toog naar het berggebied van Viotia in Centraal-Griekenland en experimenteerde in hitte en stof met materiaal uit de Oresteia. Fragmenten uit mijn logboek.

Vriidag 5 juli
Een ware culture shock: van 12 °C en een Nederlandse motregen naar 42 °C in Athene.   Een hittegolf drijft de buitenlanders massaal de musea in. Een enkele gek telt buiten gaten: om de meter moet de aanleg van een nieuwe metrolijn worden stilgelegd vanwege de potscherven die omhoogkomen. Een tantaluskwelling voor mensen die van opschieten houden!

Veertig jonge acteurs uit Brussel, Utrecht en Athene zijn bijeengekomen. Los van alle papieren theorieën over de opvoeringspraktijk van de Griekse tragedie zullen zij in een Grieks openluchttheater volop met materiaal uit Aischylos’ Oresteia experimenteren. Hamvragen: hoe komisch kan je een tragedie maken? Hoe werkt het Griekse koor als het niet op de gebruikelijke, formele wijze opereert? Duur van het project: drie weken. Het initiatief is van de Kleine Academie uit Brussel, een particuliere theaterschool met centrale aandacht voor de fysieke vorming van de speler en geïnspireerd door ideeën van de Franse theaterpedagoog Jacques Lecoq.

Maandag 8 juli
Het achttiende-eeuwse klooster van Evangelistrias in de bergen van Viotia, 80 kilometer ten noordwesten van Athene. Ruig landschap met één hoofdweg waarlangs de bus zich als een trage slang omhoog kronkelt. Het gastenverblijf ligt midden tussen de naaldbomen.

In deze oase van rust de warming-up-fase als voorbereiding op de tweede en derde week. Dagelijks zware stem- en bewegingstrainingen, gericht op het versterken van het fysiek bewustzijn en het ‘openen’ van de speler. Fysieke acteurs zijn extra ontvankelijk voor prikkels van buitenaf. Zintuiglijke indrukken moeten diepgaand op hun organisme kunnen inwerken alvorens ze in ‘fysieke’ tekens worden vertaald.

Een tegenvaller: tegen de middag arriveren niet de verwachte vijftien, maar slechts vijf Griekse acteurs. Reden: deelname aan dit seminar kost geld, terwijl Griekenland in de zomermaanden een paradijs voor pas afgestudeerde acteurs is: volop betaald werk.

Hardop worden fragmenten uit de Oresteia-trilogie gelezen, voor de meesten een moeilijke, abstracte tekst. leder doet het op zijn eigen manier, in het Frans, Nederlands of Grieks. De neiging ontstaat om de teksten ‘mooi’ te maken. “Zo dicht mogelijk bij jezelf blijven”, roept de Griekse docente/choreografe Dora Tsatsos. Sommigen overtuigen, anderen niet. Hoe meer expressie de speler in zijn spreken probeert te stoppen, hoe moeilijker de verbeelding van de toehoorders aan het werk wordt gezet.

Offervrouwen aan het werk

Dinsdag 9 juli
Vanaf nu tien tot twaalf uur werk per dag. Drank, water inbegrepen, is beperkt verkrijgbaar, de siësta wordt dringend aanbevolen. De docenten (vier Belgen, een Nederlandse, een Griekse) zijn druk bezig met het aanbrengen van tekstcoupures in Agamemnon (deel 1 uit de trilogie). Later volgen deel 2 en 3 (De Offervrouwen en De Eumeniden). Dit project heeft geen artistieke aspiraties. Er hoeft over drie weken geen kant-en-klare voorstelling te staan; wèl moeten alle acteurs zowel aan het koor als aan een protagonistenrol hebben geroken.

De groep wordt in drieën gesplitst. Op basis van een situatie uit de Oresteia bedenkt iedere groep een alledaagse gebeurtenis waarin ‘het koor’ een spilfunctie heeft. ’s Avonds de resultaten. Een man en een vrouw worden door een groot gezelschap opgewacht. Er valt iets te vieren. In feeststemming verlaten beiden even later weer de ruimte. Dan klinkt een knal. De vrouw komt in paniek weer binnen. Verwijtende en niet-begrijpende blikken van de rest, iemand barst in snikken uit, weer anderen rennen naar buiten. Dit is geen uniform ‘koor’, maar een levendige groep mensen naar wie het uitermate boeiend kijken is. Een koor dat door zijn sterke aanwezigheid in staat is om het conflict tussen twee personen boven de huiskamersfeer uit te laten stijgen en tot principiële dimensies te verheffen.

De docenten hier geloven heilig in het koor. Wordt de groep van oorspronkelijk 15 personen van het toneel verbannen of sterk gereduceerd, dan blijft vaak niet meer over dan een burgerlijk tea-room-drama. Het verschil tussen de Antigoné van Sophocles en Anouilh. De spelers krijgen op het hart gedrukt dat alle koorwerk in feite gebaseerd is op een paradox. Ieder koorlid moet zo sterk mogelijk zijn als individu en zich nooit in de groep ‘verstoppen’. Maar tegelijk moet een groepsbewustzijn worden ontwikkeld; één persoon die niet op dezelfde golflengte zit als de rest en het geheel valt als een baksteen. Een koor is net zo sterk als zijn zwakste schakel. De komende dagen keren steeds oefeningen terug gericht op groepswerk en alert op elkaar reageren.

Woensdag 10 juli
Na het ontbijt wordt de rolverdeling bekendgemaakt. leder heeft zowel een protagonistenrol als een rol in het koor en loopt vanaf nu tussen de bedrijven door tekst te leren. Vanwege tijdsgebrek en om didactische redenen (met elkaar ontdek je méér dan in je eentje) wordt iedere protagonistenrol in gelijke stukken geknipt en over meerdere spelers verdeeld. Aanvankelijk een Babylonische spraakverwarring: de vierkoppige Agamemnon spreekt nu eens Frans, dan weer Nederlands; de vierkoppige Klytemnestra Frans en Grieks; de tweekoppige Orestes Nederlands en Spaans (jawel). En in plaats van één zullen er vijf wachters die in drie verschillende talen oreren, op de kantelen van het paleis staan. Aischylos zou ongetwijfeld in paniek zijn weggevlucht: hij schreef zijn tekst voor slechts twee acteurs die alle rollen voor hun rekening namen en uitsluitend in het Oud-Grieks oreerden.

De spelers zullen eerst individueel aan hun personage werken. “Slaap je met twee andere Agamemnons op één kamer, doodt er dan twee!” Door zoveel mogelijk eigens in de rol te verwerken, helpt ieder de algemene koers van het werk mee bepalen. Later wordt uit de diverse opties gekozen en gaat iedere rol en groupe verder, waarna basisidee en speelstijl worden uitgewerkt. De docenten fungeren als klankbord. Het principe dat aan al het werk hier ten grondslag ligt: kennis en ervaring zoveel mogelijk door de spelers zèlf laten opdoen in plaats van ze vooraf dingen te vertellen of op te leggen.

Vrijdag 12 juli
Ochtend. Rinkelende bellen van de kloostergeiten op een nabijgelegen helling. De feta voor het avondeten is in de maak.

Het oude-mannen-koor uit Agamemnon werkt voor het eerst in de openlucht. Tussen de bomen door nadert de groep, traag en wezenloos, van op afstand een intrigerend schouwspel. Er wordt geëxperimenteerd met tempowisselingen, combinaties van klank en beweging. Hoe maak je van vijftien jonge vijftien oude mannen, zonder direct naar maskers of de ziekte van Parkinson te grijpen? De Kleine Academie werkt niet met Stanislavskiaanse inleving en psychologische analyses. Men laat de speler graven door te doen, niet door vooraf te bedenken. De kleur blauw bijvoorbeeld blijkt een fysieke impressie op te roepen die de motoriek van de spelers vertraagt, ouderdom suggereert. Een ingang kortom.

Bij al het koorwerk wordt voortdurend gehamerd op de ‘fysieke realiteit van het moment’. Als iemand iets wil zeggen maar een ander is hem voor (teksten zijn nog niet verdeeld), mag hij gerust zijn reactie daarop laten zien. Het mooiste is als de spanning van de improvisatie ook in een later stadium blijft bestaan. Van een strak, door een regisseurshand gechoreografeerd koor moet men hier niets hebben. Geen gestileerde machines die vanuit vaste posities bij toerbeurt hun tekst afdraaien, maar een organisch koor dat zich steeds opnieuw op het speelvlak groepeert.

Spelenderwijs wordt deze week het materiaal verkend. Het instrument van de speler is in niet-aflatende training. Met het vrouwenkoor wordt in het oud-Grieks een lied ingestudeerd. Uitvoerige experimenten met de parodos (opkomst) van het mannenkoor. Teksten worden globaal onderzocht, zoals een architect zich rekenschap geeft van het basismateriaal voordat hij zijn huis bouwt. Maar hoe ons huis gaat worden, weet nog niemand, ook de docenten niet. Komt men überhaupt nog aan deel 3 toe? Welke rol spelen muziek en zang? Wordt er met kostuums gewerkt? Soms slaat de chaos werkelijk toe, zoals bij het collectieve lezen door de mannengroep. Frans, Grieks, Nederlands en Vlaams dwars door elkaar heen en iedereen met eigen intonaties. Wat is hiervan de zin? Gevraagd wordt om de chaos te accepteren. Daaruit komt uiteindelijk weer orde voort!

’s Avonds naar Oedipus in het bekendste amfitheater van Griekenland: Epidauros. De 15.000 zitplaatsen zijn voor 70% bezet. Op een van de achterste rijen maakt zich een indrukwekkend gevoel van ruimte van me meester. Naar beneden kijkend gaat mijn blik 50 meter diep de orchestra in, boven me zie ik de lucht, recht voor me uit een wijds lanschap van bergen en cypressen. Om me heen de massaliteit van mensen. Helaas blijft de voorstelling steken in loodzware treurnis en ouderwets gelamenteer. Het mannenkoor aan de rand van de orchestra levert met licht- en schaduweffecten op de gedrapeerde mantels prachtige plaatjes op. Maar tot leven komen deze standbeelden niet. De gecultiveerde koorzangen doen aan een achttiendeeeuwse opera denken. Het acteren is statisch en afgepast. Een monsterproduktie voor toeristen! Nergens word ik geraakt. Behalve op de momenten dat ik de donkere sterrenacht intuur en me realiseer dat er 2500 jaar geleden ook van die poppetjes over de orchestra bewogen. Alleen gebeurde dat overdag. En als het niet boeide, bekogelde men de spelers vermoedelijk met olijfpitten, of misschien wel met hele olijven.

Koorexperimenten onder de brandende Griekse zon

Zondag 14 juli
Eind van de middag: de eerste confrontatie met ons openluchttheater, gelegen op twee kilometer afstand van Thebe. Hier wordt de komende twee weken gewerkt. Een shock! Alles van beton! Maar de akoestiek is goed. En het beton wordt over een paar maanden afgedekt met marmer.

’s Avonds testen de acteurs akoestiek en ruimte. Er is plaats voor 2500 toeschouwers. Te snel spreken verzandt in een onontwarbare kluwen klanken. Door de grote afstand heeft de tekst meer tijd nodig dan normaal om de toeschouwer te bereiken.

Aan mijn rechterzijde floepen de spots in het theater aan, links zakt de zon als een bloedrode bal achter de bergen. Even later vormen de huizen van Thebe een onregelmatige kartelrand in het avondlicht.

Dinsdag 16 juli
Het Griekse theater wordt geplaagd door een paar hardnekkige parasieten. Zowel tragedie als komedie kregen na de Renaissance een standaardmanier van spelen opgedrongen. ‘Komisch’ en ’tragisch’ dienden daarbij koste wat kost van elkaar gescheiden te blijven.

Een tragediecyclus als de Oresteia heeft echter ook komische ingangen en daar wil men in dit project naar op zoek. Wat te denken van het optreden van de profetes Kassandra wiens orakeltaal door niemand serieus genomen wordt? Of van de ijdele en niet geheel smetteloze held Agamemnon die -veel te druk met zichzelf bezig- niets doorheeft van de snode plannen van zijn vrouw Klytemnestra? De vier spelers die gezamenlijk Agamemnon vertolken, zullen hun personage niet exploreren via de weg van de tragiek, maar via de karikatuur. Om daarna weer terug te keren naar de mens.

Later op de dag de openingsscène uit Agamemnon. Bovenop het paleis vijf wachters die in de verte het vuursein van de Griekse overwinning ontdekken. Ook dit gegeven levert een schat aan komische situaties op. Doet me regelrecht aan de poortwachtersscène uit Macbeth denken. Een Shakespeariaanse Oresteia! De lichte ouverture contrasteert scherp met het mannenkoor dat even later met een sissend geluid en een stok in de handen geklemd het speelvlak oploopt. De spelstof krijgt door deze komische impulsen meer afwisseling en vaart wat het geheel dichter bij de moderne toeschouwer brengt. ledere generatie moet op zoek naar haar eigen manier om de oude Grieken te spelen.

Ondertussen lijken de jonge Grieken in de groep met deze lichtvoetigheid niet goed raad te weten. Een enkeling is zelfs geschokt. Zitten zij te veel vast aan hun eigen tragische opvoeringstraditie?

Mijn zoon Elmer is vandaag twéé geworden! Heb aan het eind van de dag even gebeld naar huis en een heel lief murmelgesprek gevoerd! Het leek wel Grieks!

Vrijdag 19 juli
32 graden. Gortdroog. Het vrouwenkoor uit De Offervrouwen, het meest metafysische deel van de trilogie, zit al dagen in een impasse. De speelsters krijgen de sfeer van rouw en verdriet niet boven een clichématig geweeklaag uitgetild. Het overtuigt niet. In de offerhandelingen bij het graf van Agamemnon ontbreekt spanning. Het spel blijft steken in realisme. Volgens sommigen is het kernprobleem dat de Nederlandse, Belgische en Griekse vrouwen elkaar onvoldoende vertrouwen en dus niet kunnen samenwerken. Componist Costas gelooft dat alles te veel buitenkant blijft doordat voeding van binnenuit ontbreekt. “lk wil dat jullie de pijnkreet van binnen creëren en dan rustig ‘aaah’ zingen.” Hoe klein de uiterlijke weerspiegeling ook is, als het voelen sterk genoeg is, wordt het publiek geraakt. Hoe bereikt Costas dat met de vrouwen? ’s Avonds een openluchtdiner bij de burgemeester van Thebe. Salade, feta, lamsvlees. Vooral de retsina smaakt. Een godendrank. Onze vaste buschauffeur Dimitri wordt vereerd als een held. Hij drinkt nooit een druppel, ook nu niet, maar danst des te hartstochtelijker de sirtaki.

Dinsdag 22 juli
Het stoffige zand op de orchestra is vanochtend door een tankwagen kletsnat gespoten. Dat heeft blijkbaar ook de spelers opgefrist. Creativiteit en saamhorigheid schieten als een pijl strak omhoog de blauwe Griekse lucht in. Scènes waaraan vooraf zelfstandig is gewerkt, worden met veel plezier en inzet gespeeld. Met name het koor der wraakgodinnen uit de Eumeniden zorgt voor hilariteit. ‘De droeve dochters van de nacht, van het rijk onder de grond’ bewegen als een groot hijgend en sissend beest over de grond, klaar om op gruwelijke wijze wraak te nemen op Orestes die zijn moeder heeft vermoord. Een groteske kluwen Breugheliaanse gedrochten met bulten en bochels, piepend en grommend. Groepswerk waarbij de Belgen en Nederlanders zich in hun element voelen, de Grieken minder.

Is het deze extravertie die het koor uit De Offervrouwen uiteindelijk het broodnodige beeld levert waartegen het zich kan afzetten? Hun spel later op de dag is in elk geval ingetogener en krachtiger dan ooit tevoren.

Woensdag 24 juli
Mijn sterkste impressies hier zijn verbonden met landschap en ruimte. De beweging van het koor van de wraakgodinnen en de stofwolken die dat doet opwaaien; de stemoefeningen van het mannenkoor ’s avonds laat en het systematische antwoorden van een roofvogel hoog in de rotsen; een monotoon Frans oorlogsdeuntje in het koor van oude mannen en in de verte de heuvels waarachter Agamemnon zijn strijd moet hebben gestreden. De omgeving groeit steeds tot medespeler uit, wat een extra dimensie aan het drama geeft. Alsof de ruimte voortdurend door al je poriën naar binnendringt en je hele wezen verruimt, op een hoger plan tilt.

Ook in het acteurswerk is de ruimte alomtegenwoordig. Op de orchestra staand krijgen ze meteen alles terug. Een wereld van verschil of een mens hier een mededeling doet of in de taverna om de hoek. De confrontatie met het duidelijk keuzes maken. Het speelvlak werkt als een vergrootglas: iedere fout of onzekerheid wordt tienmaal versterkt. Het spelen in een Grieks openluchttheater is een unieke ervaring die een acteur niet meer vergeet. Zoals een van hen me toevertrouwt: “Tsjechow zal nooit meer worden gespeeld zoals vroeger.”

Zaterdag 26 juli
De slotpresentatie. ‘Werk in ontwikkeling’, géén voorstelling. 1 50 officials, theatermensen en burgers uit Thebe. “Grieken gaan naar Griekse tragedies om een tragedie te zien. Ze zijn teleurgesteld als ze wat anders voorgeschoteld krijgen”, verzekert mijn Griekse buurvrouw in het publiek me. De reacties vallen mee. De vierkoppige Agamemnon steekt eerst zegevierend zijn armen in de lucht, plaatst dan pronkerig zijn handen in de zij en houdt een opgeklopte toespraak. Met zijn voeten schraapt hij als een briesend paard over de grond. Dat werkt aanstekelijk. Ook als hij van genoegen kraakt en knort onder het verraderlijk gestreel van Klytemnestra. Een lauwe reactie als dit bloeddorstige wezen hem even later off stage om zeep helpt. Ook Aighistos heeft de lachers op zijn hand als hij met een zelfverzekerd en schreeuwerig ‘hip-hap-hop ende hip-hep-ho’ ten tonele verschijnt, een volksmenner die zijn toespraak lardeert met vreemde, abrupte bewegingen. Het ingetogen vrouwenkoor zit op de goede weg, maar is nog steeds geen geheel…

“Interessant omdat het nieuw is”, hoor ik na afloop enkele Grieken roepen. Het meest spectaculair vinden ze het ‘losse’ koor uit De Eumeniden, group theatre dat in combinatie met de tragedie in Griekenland zelden is vertoond.

Voor initiatiefnemer Luc de Smet is dit slot het begin van fase twee. Niet voor niets had het project als titel Ancient Drama; a New Pedagogy. Mede op basis van het materiaal dat hier verzameld is, wil De Smet de Griekse erfenis meer toegankelijk maken voor scholieren, studenten en theatermakers, vooral die in Nederland en België, en met name op zijn eigen Kleine Academie in Brussel. Een filmdocumentaire en publicaties zijn in voorbereiding. Als alles meezit, zullen spelfragmenten uit de Oresteia komend jaar ook in België en Nederland worden vertoond. De Smets uiteindelijk ideaal: een op de humanistische beginselen geënt studiecentrum, waar men theoretisch èn praktisch met het Griekse theater en de Griekse cultuur bezig is.

EMILE SCHRA

Dagelijkse repetities op en rond de orchestra
error: