Een Indonesische Brecht
door EMILE SCHRA
Een Indonesische Brecht
TheaterMaker juni 2002
Veel geplaagd door censuur en onder slechte financiële omstandigheden maakt het Indonesische Teater Koma van schrijver-regisseur Nano Riantiarno al 25 jaar lang sociaal-politiek theater. Nadat in 1998 een einde kwam aan het strenge bewind van Soeharto, lijken nieuwe wegen zich te ontvouwen voor het gezelschap dat entertainment mengt met politiek commentaar.
In de stomende hitte van Jakarta groeit de rij wachtenden voor de avondkassa van de theaterzaal. Officieel is de voorstelling van Republik Bagong in het kunstencentrum Taman Ismail Marzurki (TIM) uitverkocht. Hordes studenten echter nemen een uur later plaats op de trappen van de luchtgekoelde theaterzaal. Tot mijn verbazing blijft de zaal tot 30 minuten na aanvang van de voorstelling halfleeg, maar raakt daarna in een ommezien tot de laatste plaats gevuld. Pas dan komt de muziektheaterproduktie van de Indonesische theatergroep KOMA goed op gang. ‘Wat is democratie?’ roept een van de personages midden in het spektakel uit, na scènes met komische dialogen, televisie-zappende mythologische helden en opzwepende koorliederen. Tot driemaal toe klinkt het hakkelende antwoord vanaf de scène: ‘Eh, democratie, democratie, dat is eh ……’. De zaal barst driemaal in een lachsalvo uit.
Volgens het programmaboekje is Koma’s 94e productie Republik Bagong het verhaal van een land dat de ene ramp na de andere doormaakt. De personages in het stuk zijn ontleend aan het wayang kulit schaduwspel maar zijn tegelijkertijd levende mensen. “Het is het verhaal over jou en mij. Ons verhaal.” Medio 2001 trok schrijver/regisseur Nano Riantiarno twee weken lang -de volledige speelperiode van de ongesubsidieerde produktie- volle zalen met dit eerste deel van zijn trilogie. Hoewel geen publiek geheim dat voor de hoofdfiguur Bagong president Wahid model stond, deed de toen al half-failliete president alsof zijn neus bloedde, bezocht de voorstelling en betaalde zelfs voor zijn kaartje, iets wat tijdens het regime van de Orde Baru (Nieuwe Orde) van president Soeharto ondenkbaar was.
SOCIAAL-POLITIEKE SATIRE
Aanleiding tot Republik Bagong en de andere delen van de trilogie is het onderzoek naar de gevolgen van het tijdperk Soeharto (1965-1998) voor het huidige Indonesië. De productie met zijn karikaturale personages en zijn vele verhaallijnen zit boordevol toespelingen op de voormalige dictator, zijn handlangers en opvolgers. Zoals gezegd, met name wordt de draak gestoken met Wahid. Bagong/Wahid heeft helemaal geen behoefte aan macht maar wordt tot zijn eigen verbazing koning van de republiek Bagong. Maar na verloop van tijd wil hij weer van die baan af. Maar hoe? Zijn wijze adviseurs zijn nergens te vinden; hij zit opgescheept met een stel clowns! Maar Republik Bagong gaat ook over de elite van ‘de strijders’ die van ruziemaken, gokken en voetbal houden. En over hun vrouwen die een eigen politieke partij willen oprichten. En ook de goden doen hun zegje: zij hebben plotseling besloten om democratisch te worden en eigen verkiezingen te houden. Het Indonesische publiek smult ervan.
De productie schotelt het publiek dan ook een wervelende socio-politieke satire voor, waaraan ruim 60 acteurs en musici meewerken en waarvoor de meest schitterende decors en kostuums zijn gebruikt. In een fysieke speelstijl –die hier en daar aan commedia dell’ arte doet denken- worden acteerprestaties van topniveau geleverd. Op een levensgroot videoscherm op de achtergrond zijn beelden te zien van de beruchte straatgevechten tussen politie en betogers, scènes die Soeharto’s val in 1998 versnelden. Tegelijk zit deze moderne Indonesische musical met al zijn wortels verankerd in theatrale volkstradities uit de archipel. Zo zijn de personages regelrecht ontleend aan het Javaanse schaduwspel wayang kulit waarbij Riantiarno de komische karakters van de clowns Semar, Gareng en Petruk de boventoon laat voeren. Maar ook mythische figuren uit de Mahabharata en Ramayana zijn in het verhaal verwerkt. De op Indonesische gamelanklanken geënte live muziek is nadrukkelijk in een gemoderniseerde jas gestoken.
DUIZENDPOOT
Teater Koma heeft sinds zijn oprichting in 1977 nooit over publieke belangstelling te klagen gehad. Al bij de tweede productie Maaf-Maaf-Maaf (Sorry-Sorry-Sorry), een satirische versie van het Indiase Ramayana-epos, sneuvelden kassa en ruiten van de hoofdingang van het theater door de zich verdringende menigte. Sindsdien zijn de kortlopende speelperiodes van de produkties (een tot drie weken) altijd uitverkocht. Riantiarno noemt het theater dat hij maakt ‘volkstheater’, al zit de zaal bij Republik Bagong op de studenten na vol met beter gesitueerde/geklede Indonesiers. In het verleden zijn de producties van Koma wel door critici afgedaan als Broadway-achtig entertainment maar Riantiarno veegt rigoureus de kritiek van tafel geveegd als zou zijn theater louter commercieel zijn. “Wij zijn professioneel. Dat is heel wat anders. Tegelijk realiseer ik me dat dit woord in westerse oren misschien weer vreemd klinkt. Want ieder van ons heeft naast zijn theaterwerk een ander beroep waarmee hij zijn brood verdient. Theater is een hobby voor ons, maar we bereiden ons uiterst serieus en langdurig voor.”
Ruim 22 jaar was Nano Riantiarno journalist en hoofdredacteur van het tijdschrift Matra, een baan die hij onlangs opofferde om zich in het post-dictatortijdperk volledig op zijn ‘hobby’ te concentreren. Mede dankzij de managerskwaliteiten van zijn vrouw, de actrice Ratna, kon hij een theaterbedrijf opbouwen dat dit jaar precies een kwarteeuw actief is en binnenkort zijn honderdste productie viert! Dat mag een mega-prestatie heten in een land waar geen enkele theatergroep door de overheid gesubsidieerd wordt (“ze geven ons enkel politie en belastingen”) en waar het voormalig regime Soeharto de groep vooral vijandig gezind was. Hoe kon Koma onder zulke omstandigheden uitgroeien tot de meest succesvolle theatergroep van Indonesie? Riantiarno: “De kracht van Koma ligt in teamwork. De acteurs hebben een erg groot aandeel in de totstandkoming van onze voorstellingen. Voordat we met de repetities beginnen, hebben ze meerdere scriptversies onder ogen gehad waaruit we er gezamenlijk één kiezen om mee verder te werken. Vervolgens discussiëren we erover, lezen er literatuur omheen en ondertussen herschrijf ik de gekozen versie opnieuw. Pas als er een eindvorm is bereikt, vraag ik de spelers hun rolvoorkeur te geven. Maar de definitieve rolverdeling bepaal ikzelf.” Voor Republik Bagong selecteerde Riantiarno 40 spelers uit een pool van 300 personen. Die werden door hemzelf in de loop der jaren in zijn eigen huisstudio opgeleid. Nieuwe leerlingen vraagt hij om zich negen maanden lang onvoorwaardelijk aan Koma te verbinden, waarbij ze twee avonden per week van hem en zijn oudere ex-leerlingen les krijgen. Als er aan een nieuwe theaterproductie wordt gewerkt, lopen deze theaterlessen meestal gewoon door. Daarnaast moeten de acteurs-in-spe voor of na hun Koma-opleiding ook elders een theateropleiding volgen om een andere invalshoek te ondergaan. Uiteindelijk worden ze door Riantiarno getoetst. De klas van 2000 bestond uit 22 leerlingen van wie de helft geschikt bevonden werd voor opname in de acteurspool.
ENTERTAINMENT
Het concept voor Koma ontstond in 1975. Toen kwam Riantiarno tot inzicht dat Brecht en Stanislavski waarmee hij tijdens zijn theaterstudie in Jakarta vertrouwd was gemaakt te formeel voor hem waren. Zelf afkomstig uit het plattelandsdorp Cirebon op West-Java reisde hij een tijd door ruraal Indonesië en kwam met het informele volkstheater op straat in contact. Gewoon spelen zonder diepe theaterfilosofieën af te kondigen. Die inspiratie gebruikte hij voor het ontwikkelen van zijn eigen theater. Riantiarno: “Theater is ook Entertainment met een grote E. Waarom niet? Lachen is een kracht en prikkelt mensen tot nadenken. Men zegt wel dat ik de Indonesische Brecht ben. Maar in het volkstheater is die invalshoek al eeuwenlang bekend.”
Lange tijd was het Koma verboden op het platteland te spelen, herhaaldelijk ook werden voorstellingsreeksen in de stad door politie-ingrijpen gestopt. Zo beleefde Suksesi (Opvolging) in 1990 11 opvoeringen toen het werd verboden omdat het volgens de autoriteiten te sterk naar de Soeharto-familie verwees. Het publiek verkneukelde zich bij dit stuk over een machtsbeluste oude koning die doet alsof hij ziek is om zo na te gaan wie van zijn in weelde badende kinderen het meest geschikt is om zijn opvolger te worden. Bij opvoeringen van Vrouwenparlement van Aristophanes in 1986 werden acteurs tijdens de voorstellingen backstage door de politie geïntimideerd met vragen als: “Hoe heet je? Waar kom je vandaan? Ben je student of is dit je gebruikelijke werk? Wat bedoel je precies met die dialoog?” In 1989 werd een in Medan (Sumatra) geplande voorstellingsreeks van Sampek Engtay, een soort Chinese Romeo en Julia, door een peleton van 30 man motorpolitie onmogelijk gemaakt. Het theater werd gebarricadeerd. Het Ministerie van Onderwijs weigerde zijn toestemming voor de opvoeringen. Waarom? Tot op de dag van vandaag ontbreekt het officiële antwoord maar dat het te maken heeft gehad met de anti-Chinese houding van de overheid is een ding dat zeker is.
Eind 1999 vierde Koma met een kleurrijke barong-voorstelling, de Chinese leeuwendans die gewoonlijk het Chinese Nieuwjaar markeert, een succesvolle heropening van de voorstelling Sampek Engtay. Ook Indonesië lijkt een tijdperk binnengestapt van meer openheid. Voor sommige Indonesische kunstenaars echter was dat een reden met hun werk te stoppen: de noodzaak van kunst als verzet is immers verdwenen. Op straat zie je erg veel happening-achtige optredens. Ook Riantiarno geeft toe dat het bewind Soeharto een enorme bron van inspiratie was en dat die gemeenschappelijke vijand nu is weggevallen. “Dat is even wennen maar doet ook een beroep op je creativiteit en het vermogen je aan veranderingen aan te passen. Het was ons jarenlang verboden in de kampongs op te treden. Maar kijk eens wat hier op tafel staat: een model van de truck waarmee we straks van dorp naar dorp reizen met ons openluchtspektakel Kala, een stuk over de koning der vrekken! Teater Koma gaat een nieuwe fase in zijn werk in!”
© Emile Schra
Emile Schra was in de periode maart – juli 2001 als Dramaturg in Residence verbonden aan de Sekolah Tinggi Seni Indonesia te Bandung, Java.